Transitive Attributes in BW on HANA

Transitive Attributes in BW on HANA

Om het ster schema binnen SAP BW on HANA een extra dimensie te geven is het mogelijk om vanaf BW on HANA 7.4 gebruik te maken van transitive attributes. Dit zijn in feite attributen van attributen welke je kan opnemen in je infoProvider. Je hebt dan ook de mogelijkheid om op deze transitives te filteren. Iets wat bij een display attribute niet kan. Door hier gebruik van te maken is er minder laadtijd of maatwerk nodig om toch gegevens in het rapport te tonen. Hierdoor zal de time-to-market verkorten.

In het voorbeeld hieronder van SAP is Costcenter beschikbaar in de infocube. Deze heeft als navigation attribute onder andere Company code. Company code heeft op zijn beurt dan ook weer een navigation attribute genaamd Company. Dit attribute kan je dan via deze methode in je infocube gebruiken voor weergave. En belangrijker, om op te filteren. Company is in dit geval de transitive attribute.

Scenario

Het activeren van de transitive attributes binnen Eclipse/HANA Studio bleek lastiger dan het plaatje doet lijken. Daarom hieronder een korte beschrijven van de stappen om een transitive attribute te activeren. In dit scenario is er een composite provider met daarin een Artikel. Dit Artikel heeft een navigation attribute genaamd Ordersetgroep. Dit kenmerk heeft vervolgens een transitive attribute die getoond moeten gaan worden in het rapport: Productgroep.

De eerste stap is het activeren van de navigation attributes op het navigation attribute van Artikel. Anders kunnen de transitives niet worden geselecteerd. Een display attribuut kan dus geen transitive attribute worden. Dus bij het infoObject Ordersetgroep wordt Productgroep geoormerkt als navigation attribute.

 

Vervolgens kunnen de transitive attributes aangezet worden. Dit gebeurd op het object wat in de composite provider is opgenomen. In dit geval is dat Artikel.

Binnen de ‘Attributes’ tab is een lijst van alle navigation attributes beschikbaar. Klik met rechts ergens in deze lijst en kies voor de optie ‘Maintain transitive attributes’. Nu wordt een pop-up scherm geopend waarin de transitive attribute aangezet kan worden. Dit doe je door te klikken op de knop ‘Same’. Op deze manier wordt hetzelfde infoObject toegewezen aan de transitive attribute als het attribute zelf. De mogelijkheid bestaat ook om er een ander infoObject aan te koppelen. Een fieldbased object is niet mogelijk.

Vervolgens verschijnt er onderaan de lijst van attributes van Artikel een nieuw attribute: Productgroep. Let op, deze moet ook weer worden aangevinkt als navigation attribute. Nu is het transitive attribute eigenlijk veranderd in een navigation attribute van Artikel. De tussenstap van Ordersetgroep wordt hiermee overgeslagen.

Composite Provider

Als we nu naar de composite provider gaan naar de tab ‘Output’, kunnen we daar de transitive attribute Productgroep instellen als navigation attribute en is deze ook als dusdanig beschikbaar. Door met de rechtermuisknop op Artikel te klikken kunnen de navigation attributes gekozen worden die moeten worden gebruikt in de composite provider.

In de composite provider is via de technische naam te zien dat de transitive attribute aan Artikel is gekoppeld in plaats van Ordersetgroep. Wanneer er bijvoorbeeld een Analysis for Office rapport wordt gestart op de composite provider, zal de transitive attribute zich gedragen als een navigation attribute.

Vervolgens kan er bijvoorbeeld een Analyis for Office rapport worden gemaakt op de composite provider. Hierin kan Productgroep worden gekozen alsof dit kenmerk een navigation attribute is.

Gerard Bot